De gouden jaguar

Het ongetemde Amerika, boek 2

Apachen verwoesten de rancho van de vader van Maria Gonzales. Het enige dat te redden valt is een gouden beeldje van een jaguar waarop de kaart van het geheimzinnige Cíbola gegraveerd staat.

Maria gaat samen met haar broer Juan en karavandrijver en ex-bontjager Fred Barker op zoek naar Cíbola, voortdurend bedreigd door Apachen en door een bende blanke misdadigers.

Wie tegenwoordig door het zuidwesten van de Verenigde Staten reist, komt onder de indruk van de enorme afstanden, de woeste leegte, de dorre woestijnen. Terwijl de voormalige Engelse koloniën aan de oostkust in het begin van de negentiende eeuw steeds dichter bevolkt raakten, bleef dit gebied dan ook nog lange tijd ongastvrij en levensgevaarlijk. De blanken die geleidelijk aan steeds dieper het continent introkken, waren in het begin alleen handelaars en ontdekkingsreizigers. Karavaandrijvers trotseerden de woestijn en de Apachen op de Santa Fé-route rond 1838 om handel te drijven met Mexicaanse rancheros.

De route was zwaar en de Comanches en de Apachen maakten hem nog gevaarlijker, maar de winst was groot dus namen mensen het risico. Risico’s die nog groter waren omdat de blanken die in dat gebied opereerden vaak ook elkaar bestreden.