Jaap Boekestein (1968) schrijft fantasy met geloofwaardige antihelden. Een Japanse krijger zwerft rond op stelten in een verdronken land, zusters dansen al ruziënd hun kostje bij elkaar in kroegen.
Comfort en geborgenheid? Vergeet ’t maar
Jaap Boekestein heeft een reeks bizarre baantjes overleefd als secretaresse, uitsmijter, medewerker Tweede Kamer, redacteur en privé-detective. Geen wonder dat zijn hoofdpersonen meestal niet meer zoeken dan een behaaglijk leven en wat geborgenheid. Maar helaas: gewone mensen zoals zij ontmoeten altijd wel een hooggeboren heer, diender, priestermagiër of dobbelende god die hen het leven zuur maakt.
Van demonische liefdes tot steampunk
In Jaap Boekesteins verhalen laait de liefde tussen boeiende tegenpolen vaak hoog op. Je wordt in het avontuur meegesleurd door een Victoriaanse romance in eenbelle époque die nog kleurrijker is dan de onze. Je wordt verteerd door de aandacht van een echte helleveeg. Zoals de Nederlandse Bibliotheekdienst zegt: ‘voor liefhebbers van goed geschreven fantasy met een wreed randje.’