De derde kroniek van Cranborn
De bomen van het bos waren oud en omvangrijk. Hun bladerdak filterde het daglicht tot een groenige waas, niet veel helderder dan een late avondschemering. Geluiden werden gedempt en de sfeer die in het bos hing zorgde dat de mannen er het zwijgen toe deden.
‘Hrm,’ gromde Volon. ‘Ik weet niet of dit nu de juiste keus is geweest.’
De begroeiing werd dunner. Op regelmatige plekken waren lage en hogere heuvels waar nog stukken afgebrokkeld, vervallen metselwerk en zelfs complete bogen uitstaken.
‘Het is een verlaten stad. Vragen jullie je nooit af hoe oud het hier allemaal is?’vroeg Volon.
Hij hief zijn hand en liet zijn stoet soldaten halt houden. Er leek geen sprietje te bewegen en geen takje te kraken, alsof de natuur, het bos zelf, de adem inhield. ‘Volgens mij moeten we niet meer praten,’ fluisterde Volon ernstig en hij wist dat al zijn mannen hem duidelijk konden verstaan.
Gepubliceerd in 2018, Verschijnsel
Uitvoering: paperback, 500 blz
Omslagtekening door Tais Teng