Meesterproeve

De kronieken van de Magiër, boek 2

Halfmagiër Margen de Magere en zijn metgezel Sendre raken verder verstrikt in de bezweringen van de heksen van het collegium, de intriges van de Xentijnse leenheren en de necromantie van de dode Gouden Vrouwe.

Meesterproeve brengt ons terug naar het einde van de tijd van Ware Magie. De aartsmagiër Terannalmana is gestorven na een verschrikkelijke oorlog met de rebellerende heksenmeesters. Zijn overgebleven bevelhebbers zagen zijn gouden gloed doven, en vluchtten weg. Wat is het lugubere geheim van de heropstanding van de laatste aartsmagiër, de Vervloekte?

 

Ook dit maal had er bloed gevloeid in de kelder. Een bedelkind, een mager joch, vuil van de straat met grote ogen en holle wangen. Zijn leven, zijn bloed, was een ruil geweest. De vrouw die eens Jaden Reiger was geweest mocht dan een heks zijn, ze was ook dood. En elke keer als ze magie wrochtte wachtte de dood op haar. Enkel met leven, het leven van iemand anders, kon de dood worden afgekocht. Elke maand moest ze de band met het leven opnieuw bevestigen en een ruil maken: haar leven voor een ander leven. Dat was waarom ze zelden magie wrochtte. Het was niet het doden dat haar tegenstond, wat waren mensen tenslotte anders dan dieren om te gebruiken naar wens? Maar ze moest voorzichtig zijn, geduldig. De verdwijningen van de straatkinderen mochten niet opvallen.